Beeldeffecten

De functie voor beeldeffecten maakt het mogelijk om geïmporteerde afbeeldingen (bitmaps), afbeeldingshulpbronnen, zichtvensters, afbeeldingstexturen en Renderworksachtergronden op basis van afbeeldingen, makkelijk te verbeteren zonder dat je hiervoor een volledige en tijdrovende rendering moet uitvoeren of moet exporteren naar een extern beeldbewerkingsprogramma. Bovendien kan je meerdere items tegelijkertijd selecteren en aanpassen. Zichtvensterstijlen kunnen afbeeldingseffecten bevatten; indien ingesteld per stijl zijn de effecten van toepassing op alle zichtvenster die die stijl gebruiken en moeten ze bewerkt worden in het Bewerk zichtvensterstijl dialoogvenster.

Met het gereedschap Pipet kan je Kenmerken overdragen, inclusief beeldeffecten, tussen bitmaps en zichtvensters.

Om beeldeffecten aan te passen voor een geselecteerde bitmap, afbeeldingshulpbron, geïmporteerde afbeelding of zichtvenster:

Volg een van onderstaande werkwijzen:

Als je afbeeldingsbestanden importeert, klik je in het dialoogvenster ‘Importeren’ op de knop Beeldeffecten. (zie Importeer afbeelding).

Selecteer een bitmapobject, selecteer Beeldeffecten toepassen en klik vervolgens op de knop Beeldeffecten in het Infopalet.

Als je een hulpbron creëert op basis van een afbeelding (zie Nieuwe hulpbronnen creëren) klik je in het dialoogvenster ‘Importeer afbeelding’ op de knop Beeldeffecten.

Zodra de gewenste afbeeldingshulpbron in Vectorworks bestaat, klik je erop met de rechtermuisknop. Selecteer het commando Bewerk beeldeffecten in het contextmenu (zie Contextmenu-commando’s in de Hulpbronnenlijst).

Als je de eigenschappen van zichtvensters wijzigt (zie Instellingen van zichtvensters of Zichtvensterstijlen creëren en bewerken), selecteer je Beeldeffecten toepassen. Klik dan op de knop Beeldeffecten in het Infopalet of selecteer het commando Bewerk beeldeffecten in het contextmenu. Het zichtvenster moet worden gerenderd met Shaded of een Renderworks rendermethode en worden bijgewerkt.

Als je een kleurenshader creëert op basis van een afbeelding en je importeert een afbeelding voor de kleurenshader (zie Texturen creëren op basis van afbeeldingen), klik dan op de knop Beeldeffecten in het dialoogvenster ‘Afbeelding’.

Als je een achtergrond creëert op basis van een afbeelding (zie Achtergronden op basis van afbeeldingen creëren) klik je op de knop Beeldeffecten in het dialoogvenster ‘Afbeelding’.

Het dialoogvenster ‘Beeldeffecten’ wordt geopend.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Voorvertoning

Hier zie je het effect van je aanpassingen aan de afbeelding of het zichtvenster.

Bewaarde sets

Zie Bewaarde instellingensets gebruiken om sets van bewaarde instellingen te creëren en te beheren..

In de lijst zijn verschillende standaardsets beschikbaar. Deze standaardsets kunnen niet worden verwijderd.

Helderheid

Hiermee pas je de algemene helderheid van het beeld aan. Naar links slepen maakt donkerder, naar rechts slepen maakt lichter.

Contrast

Hiermee pas je het relatieve verschil aan tussen de lichte en donkere zones in de foto. Door het contrast te verhogen (naar rechts slepen) maak je het verschil tussen de lichte en donkere zones meer uitgesproken; door het contrast te verlagen (naar links slepen) kan je de foto een gewassen effect geven.

Hooglichten

Hiermee pas je de helderheid van de heldere delen van de afbeelding aan. Naar links slepen maakt de heldere delen donkerder, naar rechts slepen maakt ze lichter.

Schaduwen

Hiermee pas je de helderheid van de donkere delen van de afbeelding aan. Naar links slepen maakt de donkere delen lichter, naar rechts slepen maakt ze donkerder.

Verzadiging

Hiermee pas je de intensiteit van de kleuren in de afbeelding aan. Naar links slepen maakt de kleuren zachter, naar rechts slepen maakt ze feller.

Rendering105415.png

Temperatuur

Hiermee pas je de rood/blauw kleurbalans van de afbeelding aan. Naar links slepen maakt de kleuren kouder en blauwer, naar rechts slepen maakt ze warmer en roder.

Rendering105416.png

Scherpte

Hiermee pas je de algemene detailleringsgraad van de afbeelding aan. Naar links slepen maakt details waziger, naar rechts slepen maakt ze scherper.

Sepia

Hiermee voeg je sepiatinten toe aan de afbeelding; sleep de schuifknop naar rechts om meer sepia toe te voegen.

Sepia.png

Zachte rand

Hiermee voeg je een zachte rand toe rond de afbeelding, alsof het een oude foto is. Sleep de schuifknop naar rechts om het effect te versterken.

Soft_edges.png

Automatisch

Klik op deze knop om de optimale instellingen voor de afbeelding te bepalen en automatisch de huidige instellingen aan te passen.

Auto_Level.png

Kleuren inverteren

Klik op deze knop om de kleuren van de afbeelding te inverteren, als op een negatief: wit wordt zwart, rood wordt cyaan, blauw wordt geel, enz.

Colors_inverted.png

Standaard

Klik op deze knop om alle schuifknoppen op hun standaardpositie te zetten. Als de kleuren geïnverteerd waren, worden ze terug normaal; alle aanpassingen worden ongedaan gemaakt.

Voorvertoning

Klik op deze knop om het effect van je aanpassingen aan de afbeelding of het zichtvenster in de tekening te zien (niet van toepassing bij het importeren van een afbeelding).

Het voorvertoningsvenster toont een dynamische weergave van de afbeelding of het zichtvenster op basis van de huidige instellingen in het dialoogvenster. Voor een bestaande afbeelding of een zichtvenster kan je op de knop Voorvertoning klikken om het effect van je aanpassingen in de tekening te zien.

Klik op Toepassen.

Wanneer je de beeldeffecten instelt vanuit het Infopalet, kan je de effecten in- en uitschakelen met de knop Beeldeffecten toepassen.

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.